Per 1 januari 2018 zijn er verschillende wijzigingen op het gebied van arbeidsrecht. De belangrijkste wijzigingen staan hier op een rijtje.
- Maximale transitievergoeding wordt verhoogd
Een transitievergoeding is een ontslagvergoeding waar een werknemer recht op heeft wanneer hij of zij wordt ontslagen via UWV, kantonrechter of een aflopend dienstverband (na minimaal 2 jaar in dienst). Per 1 januari 2018 is het maximale bedrag dat een werknemer kan ontvangen qua transitievergoeding verhoogd van €77.000,- naar €79.000,-.
- Stijging minimumloon
Per 1 januari 2018 is het wettelijk minimumloon verhoogd. De brutobedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon zijn gestegen. Het brutominimumloon voor werknemers van 22 jaar en ouder is nu gestegen tot €1.578,- per maand.
- Compensatie door een oudere werkzoekende in dienst te nemen
Wanneer een werkgever iemand in dienst neemt die 56 jaar of ouder is en desbetreffende persoon wordt langdurig ziek, dan hoeft de werkgever alleen de eerste 13 weken het loon door te betalen voor de zieke werknemer. Na deze 13 weken zal het UWV het volledige loon doorbetalen aan de werknemer. Bovenstaande geldt echter alleen wanneer werknemer één jaar werkloos is geweest en een WW-uitkering heeft ontvangen.
- Invoering nieuwe privacy wetgeving
Per 25 mei 2018 wordt de ‘Wet Bescherming Persoonsgegevens’ vervangen door de ‘Algemene Verordening Gegevensbescherming’. Vanaf dat moment geldt in Nederland dezelfde privacywetgeving als in de gehele Europese Unie. Deze wet houdt toezicht op het verwerken van persoonsgegevens.
- AOW-leeftijd stijgt
Wanneer er binnen een organisatie oudere werknemers in dienst zijn, is het voor een werkgever belangrijk om op te letten wanneer desbetreffende werknemers recht hebben op een AOW-uitkering. Per 1 januari 2018 is de leeftijd namelijk gestegen naar 66 jaar.
- Vakantiegeld en minimumloon bij overwerk
Zodra een werknemer meer uren werkt dan overeengekomen, heeft hij of zij recht op betaling van het minimumloon over deze overuren. Niet relevant is of de werknemer dit overwerk op eigen initiatief verricht of in opdracht van de werkgever. Deze wijziging heeft met name gevolgen voor werkgevers die een salaris betalen dat gelijk is aan het minimumloon of daar net boven ligt. Indien een werknemer overwerk verricht en daarover geen vergoeding ontvangt, kan dit ertoe leiden dat de werknemer gemiddeld per uur een salaris ontvangt dat lager is dan het minimumloon. Bij werkgevers die een salaris (ruim) boven het minimumloon betalen, zal dit niet snel aan de orde zijn. In dat geval hoeft de werkgever dus geen extra vergoeding te betalen over het verrichte overwerk, ervan uitgaande dat ook de arbeidsovereenkomst en/of de cao daartoe geen verplichting bevat. Ook na 1 januari 2018 is het dus mogelijk om in de arbeidsovereenkomst of cao te bepalen dat werknemers geen vergoeding ontvangen voor overwerk. Een tweede belangrijke wijziging is dat de vergoeding voor overwerk sinds 1 januari 2018 niet langer is uitgezonderd van de vakantietoeslag. Tot 1 januari 2018 bevatte de WML een uitzondering voor verdiensten uit overwerk (overwerktoeslagen- en vergoedingen). Deze verdiensten werden niet als loon gekwalificeerd, zodat werkgevers hierover geen vakantietoeslag hoefden te betalen. Deze uitzondering is met ingang van 1 januari 2018 komen te vervallen. Sindsdien worden verdiensten uit overwerk wel als loon gekwalificeerd en zijn werkgevers hierover wel vakantiebijslag verschuldigd.
Heeft u vragen over de wijzigingen binnen het arbeidsrecht? Neem dan vrijblijvend contact op met Valkenburgh Advocaten & Mediators.